Ko Ho Sing heeft besloten zijn snor te laten staan. Dat moet gevierd. Op het drukbezochte feest zijn Chinese en Nederlandse gasten; de luitenant der Chinezen (het hoofd van de plaatselijke Chinese gemeenschap) brengt Nederlandse vrienden mee uit de sociëteit. Terwijl iedereen arriveert, wordt er een dans opgevoerd. Als de gasten aan tafel gaan, zet de gamelan in, onder luid gejoel. De wijn gaat rond, en opnieuw. Na de derde ronde gaan de gasten weer naar huis.
Ko Ho Sing vraagt zijn oude onderwijzer uit Magelang, Liem Djin Hé, die er blijkbaar ook is, om nog even te blijven. Hij troont hem mee naar de slaapkamer. Op de rand van het bed maakt Ho Sing hem deelgenoot van zijn wens om opnieuw te trouwen, met een vrouw die hem een zoon geven kan. Het is hem niet om een pleziertje te doen; zijn bedoelingen zijn serieus. Dus geen minnares maar een echtgenote. Hij heeft al iemand op het oog: de dochter van Kwa Sjan Tik, een heel knap meisje. Liem Djin Hé roept verrast uit dat hij die mensen kent; dat is familie van zijn vrouw.
Na verloop van tijd hoort Ko Ho Sing dat de ouders het groene licht gegeven hebben. Wel met een voorwaarde: een apart huis voor de bruid. Dat is geen probleem; ze kan in een van de huizen in Noord wonen.
De avond vóór de bruiloft arriveert de bruid in het voor haar bestemde huis in Noord. Ko Ho Sing zit in zijn eigen huis in Zuid, maar maakt geen aanstalten om naar Noord te gaan. Ting Njo, zijn eerste vrouw, heeft iets opgevangen over een aanstaande trouwerij. Ze vraagt of dat klopt: gaat Ho Sing soms trouwen? Ho Sing weet van niets. Maar Ting Njo vraagt door, en uiteindelijk geeft hij, in het besef dat hij het toch niet geheim kan houden, toe dat hij inderdaad gaat trouwen. Maar hij bezweert haar dat het niet serieus is. Speciale voorbereidingen, mooie kleren of zo: allemaal niet nodig.
Ting Njo is het daar niet mee eens: trouwen is trouwen. Ze neemt op zich de bruid in de kleren te steken. Of Ho Sing de koets wil laten inspannen. Ting Njo zoekt intussen kleren en versierselen bij elkaar. Om tien uur in de avond rijden Ting Njo en Ho Sing naar Noord.