Op 6 januari 1866 wordt Ko Ho Sing lid van sociëteit ‘De Vereeniging’ in Djokjakarta. Hier verkeert hij in het gezelschap van (Nederlandse) landheren, de toewan tanah. Hij breidt zijn huizenbezit dit jaar uit, door de aankoop van het huis van Jakob Dieduksman in de kampong Gandekan, een groot huis in Nederlandse stijl, voor ƒ 3.150. Zijn woonhuis, dat hij tot nu toe huurde van Ko Tjoen, wordt zijn eigendom voor ƒ 2.400. Iedereen is onder de indruk van zijn grote rijkdom. Gierig is hij niet: hij laat de mensen in zijn omgeving volop mee profiteren.
Op 10 juni 1867 wordt Djokjakarta in de vroege ochtend getroffen door een zware aardbeving, die veel slachtoffers eist en grote materiële schade veroorzaakt. De Nederlands-Indische overheid stelt, in de beste Nederlandse traditie, een commissie in. Ko Ho Sing organiseert (op eigen kosten) medische hulp en eten voor de slachtoffers; hij maakt een begin met het ruimen van het puin en de wederopbouw van huizen, en zorgt dat de doden begraven kunnen worden. Weldra komt er ook hulp van andere particulieren op gang. Over deze episode heb ik ergens anders al eens een blog geschreven; zie https://www.kitlv.nl/blog-are-you-being-committeed/.
Het nieuws van de aardbeving verspreidt zich snel. Liem King Ling uit Semarang komt bezorgd langs. Ze kennen elkaar via Ho Sings onderwijzer, die Ho Sings huis had mogen lenen om Liem King Ling en andere gasten uit Semarang te ontvangen. Liem King Ling had naderhand stoffen opgestuurd, waar Ho Sing vervolgens een winkel mee begonnen was. Of het een idee is – de aardbeving is blijkbaar geen reden om de zaken uit het oog te verliezen – om die stoffen naar Liems winkel in Kartasoera te sturen, een voorstad van Soerakarta? Ho Sing moet bekennen dat hij niet zoveel stoffen meer heeft: een groot deel heeft gediend om de slachtoffers van de aardbeving in te begraven. Ook staat zijn hoofd niet erg naar zaken. Maar wat er nog is, wil hij wel opsturen.
Ho Sings hoofd staat meer naar het houden van een dankdienst, voor wie het overleefd hebben. Alle echtgenotes doen mee. Ook de jongste, Kwa Swat Njo, die in het huis in Noord woont, komt er voor over naar Zuid. Echtgenote 1, Ting Njo, slaagt er in haar op haar gemak te stellen. Swat Njo besluit in Zuid te blijven.