Samenwerking

De verkoop van opium aan particulieren, lang niet genoemd in de biografie, is weer actueel als het hoofd van de Chinese gemeenschap in Djeporo (ten noorden van Semarang) Ko Ho Sing polst over een gezamenlijke pacht van Solo. Aanvankelijk houdt hij de boot af. Haalt een officieel getuigschrift, uit 1869, hem over de streep? Daarin geeft de overheid hoog op van Ko Ho Sing, als iemand die ‘dingen voor elkaar krijgt’ (mĕsṭi angsal). Prompt zeg hij zijn medewerking toe.

De beoogde associatie telt tien leden, verspreid over Midden-Java; de oprichting geschiedt in Djeporo. Sommige collega’s komt Ho Sing onderweg al tegen. In Koedoes tracteert het Chinese hoofd op een maaltijd met gamelan en wajang. In Djoewono organiseert iemand een boottocht op de rivier naar het graf van de heilige Seprapat; de roeiers zijn uitgedost als matrozen. In de bomen rond het graf huizen apen, die het op de vruchten voor de grafbewaker voorzien hebben. Op de terugweg zien ze boomstammen op de kant liggen – krokodillen die daar, volgens een van de opvarenden, liggen als erehaag voor de passanten.

Djeporo heeft, als kleinere plaats, geen resident maar een assistent-resident. De oprichtingsacte moet bij hem getekend worden. Alleen, zo ver komt het niet. Een van de adspirant-leden is ziek thuisgebleven maar heeft verzuimd een officiële vertegenwoordiger te regelen. Ze komen handtekeningen te kort. Onverrichterzake gaan de mannen uiteen.

Het Chinese hoofd van Djeporo geeft niet op. Hij doet een nieuwe poging, nu bij een notaris in Solo, met alle machtigingen die nodig zijn. Als alle handtekeningen gezet zijn, wordt het glas (met arak) geheven. Solo is binnen. ’s Avonds is er een druk bezocht feest.

Ko Ho Sing verwerft aansluitend op een veiling in Semarang ook de pacht van het aan Solo grenzende Kartosoero, samen met twee partners. Het succes wordt ’s avonds in Semarang gevierd bij zijn oude vriend Liem Kim Ling. Iedereen vraagt om een baantje, maar Ho Sing gaat nergens op in: hij heeft eerst een bruiloft.

Dat is de bruiloft van Bolah, zijn dochter met Bassie, in december 1869. Er hebben zich al heel wat kandidaten voor het meisje gemeld, niet de minsten. Maar Ho Sing en Ting Nio (zijn eerste vrouw) geven de voorkeur aan de zoon van Tioek Djie Giok, die familie van Ting Nio is.

Intussen is Ho Sing ongerust. Het voelt alsof hij op de punt van een kris staat.


Copyright © 2024 Willem van der Molen