Familie uit China

Hoewel de toekomst er financieel somber uit ziet, is daar in het dagelijks leven nog niets van te merken. In 1874 bevalt Ho Sings vierde vrouw van een zoon. Het kind krijgt de naam Ko Mo Hin. Met zijn zoontje Kam An, dat last heeft van huiduitslag, gaat Ho Sing samen met nog een paar gezinsleden naar Pablengan, ten zuidoosten van Solo. Het water daar heeft genezende kracht (pablengan betekent ‘zoutwaterbron’). Iedereen gaat te water, ook de niet-zieken.

Er zijn daar nog meer bronnen: een warmwaterbron en een bron met ‘Nederlands water’ (banyu landi, mineraalwater); in de buurt zijn koffieplantages van Mangkoenegoro, de vorst van het kleine prinsdom in Solo (naast dat van de soenan, Pakoeboewono). Vanuit Pablengan is het niet ver naar Soekoeh, een oud heiligdom met ondeugende afbeeldingen, hoog op een berghelling waar het uitzicht prachtig is. Op de terugweg naar huis ontstaat een gevaarlijke situatie doordat er een wiel van het rijtuig losraakt. Gelukkig blijft iedereen ongedeerd.

In de loop van het jaar komt er familie uit China langs: een paar neven van Ho Sing met hun kroost. Ze blijven een tijdje en willen graag de handen uit de mouwen steken. Ho Sing zet ze aan het werk in verschillende afdelingen van de opiumpacht. Er komen in deze tijd meer Chinezen uit China maar dat is geen familie. Die mensen is het louter om werk te doen. Ook zij weten Ho Sing te vinden; ook zij worden geholpen.

Een van de neven, Ko Ing Tiang, door Ho Sing tot penningmeester van de pacht in Solo-stad benoemd, heeft een stamboom van de familie bij zich. Die gaat ver terug in de geschiedenis. Ho Sing behoort tot de vijftiende generatie.

Ho Sing had deze Ko Ing Tiang wel meer verantwoordelijkheid willen geven, ware het niet dat Ko Ing Tiang zich vaak niet lekker voelt sinds er bericht uit China gekomen is dat zijn moeder, de vrouw van Ko Pan Te (een van de broers van Ho Sings vader), na een lang ziekbed overleden is. Ko Ing Tiang gaat flink aan de opium, maar daar wordt hij niet beter van.


Copyright © 2024 Willem van der Molen