In de cel

Het maakt uit of je gegijzeld wordt of veroordeeld bent. Een misdadiger zit achter slot en grendel. Ho Sing zit als gegijzelde weliswaar in de cel maar zijn deur gaat niet op slot. Hij mag doen en laten waar hij zin in heeft en bezoek ontvangen zo veel hij wil; hij mag er alleen niet uit. De auteur van de biografie vindt het een mirakel dat de deur open is, een teken van Ho Sings wondermacht, zijn kramat, een kracht die hij deelt met heiligen, waarmee ze wonderen verrichten.

Ho Sing heeft recht op een toelage van 40 cent per dag voor het eten. Maar liever laat hij, tegen extra betaling, zijn maaltijden van huis komen. Om zijn verblijf ook verder zo aangenaam mogelijk te maken, geeft hij geld aan iemand die De Vink heet (de cipier?): 20 gulden per maand.

Ho Sing kan zijn kinderen niet missen. De beide oudste jongens – die op school zitten – brengen tussen de middag, als de school een paar uur dicht is, door bij vader; ’s avonds gaan ze uit school rechtstreeks naar huis. De kleintjes komen logeren. De echtgenotes wonen om beurten bij hem (er worden zelfs kinderen geboren); vrouw 3 als eerste. Zij maakt korte metten met de maaltijden van thuis en kookt zelf. Bezoek komt er inderdaad veel, van familie en vrienden; ook het personeel uit de tijd dat de pacht nog draaide, laat zich zien. Ho Sing leest een krant, de Slomprèt Melajoe. De procureur is optimistisch: over een maand of vier, vijf staat die Ho Sing wel weer buiten!

Alle vreugdevolle kanten van het gevangenisleven ten spijt ondergaat Ho Sing de vrijheidsberoving als een kwelling. Hij vindt het verschrikkelijk wat hem overkomt. Het moet een straf van God zijn; blijkbaar moet hij iets leren. Daar legt hij zich bij neer. Maar hij peinst en piekert dag en nacht wat het doel van deze situatie zijn mag, mediteert, vast, en bidt God om hem snel uit de gevangenis te bevrijden. Vooralsnog ontvangt hij geen aanwijzingen.

Tegelijkertijd probeert Ho Sing zijn verblijf in de gevangenis zinvol te maken. Misdadigers die ter dood veroordeeld zijn aan een nette begrafenis helpen, bijvoorbeeld (daar krijgt hij geregeld de kans voor). Als zo iemand geen geld nagelaten heeft, zorgt Ho Sing voor de uitlevering van het lijk (à ƒ 2,50) en een lijkwade; hij betaalt vrouw Pétroek voor de lijkwassing.


Copyright © 2024 Willem van der Molen