Een stoet van honderden mensen, die met opschriften door de straten lopen, fanfares, overal kraampjes met eten en drinken, een begrafenis bovendien van de moeder van een van de meest vooraanstaande inwoners van de stad: je zou denken dat de inwoners van Djokja wel iets gemerkt hebben. Toch reppen de kranten met geen woord van de begrafenis (de Nederlandstalige; de Javaanse krant heb ik niet gezien).
Als de teraardebestelling achter de rug is, worden de gasten, nog op de begraafplaats, uitgebreid onthaald op eten en drinken. Drie koks hebben zich van te voren geïnstalleerd, een Chinese, een Nederlandse en een Javaanse, die het ieder met hun eigen keuken de gasten naar de zin proberen te maken.
Tot slot worden er nog twee handelingen verricht, na de receptie en na nog een laatste eerbewijs van de familie aan de overledene, als de begraafplaats weer aan kant is en het graf er weer netjes bij ligt. Eerst wordt er een houten naambord van moeder geplaatst. Onder de naam staat een korte tekst, in fraai maar moeilijk Javaans, dat mij boven mijn pet gaat. Dit maak ik er van:
Moeder die heengegaan is |
en de staat verkregen heeft |
die ze houdt tot in lengte van dagen. |
In het Javaans:
Iboe ingkang sédo |
ingkang angsal ing waoening |
ing dintenipoen sedojo. |
Erboven zijn stippen aangebracht met een in hanenbloed gedoopt penseel. De andere handeling betreft een klein offerritueel, voltrokken door de nabestaanden onder leiding van de singsèh (Chinese dokter), met een ommegang om het graf, graankorrels en het verbranden van papieren bloemen.
Hiermee is de begrafenis ten einde. De begraafplaats wordt, na een nieuwe veegbeurt, weer even ordelijk verlaten als men gekomen is, in een stoet, met tromgeroffel, terug naar het punt van vertrek. De gasten die van ver komen, blijven logeren, met het oog op de rituele momenten die nog volgen. Dat zijn bijeenkomsten op voorgeschreven dagen, die ten doel hebben moeder ‘zich haar vrijheid te laten verwerven’ (toek lepasnja). Er worden dan gebeden uitgesproken, en soms wordt ook het graf weer bezocht, in optocht, compleet met muziek.