Het andere van de twee huwelijken waartoe moeder vlak voor haar dood de aanzet gegeven had, komt er uiteindelijk niet van. Dat heeft alles met de bruidegom te maken, de kleinzoon van moeder, Ko Tjan Tong, voor wie Ko Ho Sing in zijn buidel getast had voor een handel in rijst, op te zetten samen met iemand anders, Lie Sing Tjang. Die handel was tot mislukken gedoemd omdat kleinzoon het kapitaal aan vertier besteedde in plaats van aan rijst. De trouwplannen worden door de aanstaande schoonfamilie afgezegd, het verlovingsgeschenk wordt teruggestuurd. Geen wonder; wie zou zo’n schoonzoon willen hebben, verzucht de biograaf.
‘Kleinzoon’ van moeder is in dit geval niet letterlijk kleinzoon maar kleinzoon volgens de Javaanse en misschien ook Chinese manier van zeggen: alle jongens binnen de familie die in die generatie zitten, heten haar kleinzonen. De gemankeerde bruidegom was een oomzegger van Ko Ho Sing, de zoon van een van zijn neven die hem uit China waren komen opzoeken en (op één na) op Java gebleven waren.
Met de partner van de kleinzoon, Lie Sing Tjang, ligt het ook al gevoelig. Die woont bij de familie in huis. Ko Ho Sing zou hem er het liefst uitgooien maar het is een volle neef (tantezegger) van vrouw 1.
Ko Ho Sing heeft nog meer schuldenaren. Op zijn lijstje staan Chinese en Javaanse namen, ook een toewan djoeroe boso, een ‘tolk’, zonder naam. Misschien was er maar één tolk in Djokja. Toewan is de aanduiding voor Nederlanders.
Zelf verkeert hij natuurlijk in net zo’n situatie. Maar er is verschil: hij zet niemand vast en neemt genoegen met afbetaling naar draagkracht, zelfs als dat jaren gaat duren, of bevriest de vordering als hij er niet meer in gelooft, zoals bij het handelsduo. Zijn vorderingen zijn ook niet buitensporig: het gaat om een paar honderd tot een paar duizend gulden. De laatste keer dat de deurwaarder bij hem langskwam, in de gevangenis, had die een rekening van ƒ 1.270.809,51 bij zich.
Over dat bedrag gesproken, de boodschap van die grote precisie, tot achter de komma, zal wel zijn dat de overheid betrouwbaar is, tegelijkertijd onwrikbaar: met haar valt niet te spotten. Ko Ho Sing is niet onder de indruk. Hij betaalt niet. Wat al bekend was – waarom zat hij hier anders?