Van der Errelen

In hetzelfde jaar als moeder, 1879, overlijdt ook Ko Ho Sings beste vriend, apotheker Van der Errelen. Hun vriendschap gaat ver terug. Ko Ho Sing is Van der Errelen meer dan eens financieel bijgesprongen. Toen zijn eigen zoon Mo San ernstig ziek was, hebben de Van der Errelens veel steun gegeven.

Ko Ho Sing is hevig aangedaan; ze waren als broers voor elkaar. Hij besluit de schuld kwijt te schelden, ƒ 20.000. De weduwe, inmiddels naar Semarang verhuisd, stuurt een brief waarin ze hem omstandig bedankt. Dat is begin 1880 (de brief is van 19 januari). Met Chinees Nieuwjaar stuurt ze haar beste wensen.

Ko Ho Sing is niet gierig; hij helpt graag. Geen wonder dat er in Djokja zoveel mensen van hem geleend hebben. Op feestdagen trakteert hij zijn medegevangenen op tabak en eten. Op een keer krijgt hij de ingeving om een siedekà, een heilmaaltijd, te organiseren. Alles is feestelijk aan zo’n maaltijd, de bijgerechten, maar ook de rijst, die opgediend wordt in de vorm van een kegel, een toempeng. Ko Ho Sing laat de maaltijd van buiten komen en ziet er op toe dat alles in orde is. Er is een toempeng voor elke cel. Als toe krijgt iedere bewoner afzonderlijk nog een brood.

Het Chinees Nieuwjaar in 1880, rond begin februari, is de eerste nieuwjaarsdag zonder moeder. In de middag komen Ko Ho Sings vrouwen en kinderen naar de gevangenis, om te bidden voor het zielenheil van vader en moeder. Ko Ho Sing is te verdrietig om te eten of te slapen.

Zijn broer Ko Tjoe Sing komt langs. Hij is de avond tevoren getrouwd, met een Nederlandse uit Magelang. Het wordt hem nog steeds kwalijk genomen dat hij zich aan de zorg voor moeder onttrokken heeft (omdat zijn vrouw niet overweg kon met de andere vrouwen in huis; kort daarop was ze overleden – door de hand van God, volgens sommigen). Uitgerekend nu hertrouwen – ach, als je geen respect voor je overleden ouders hebt, dan maakt het ook niet uit.

Begin april is het Tjembeng, de Chinese feestdag waarop de graven worden verzorgd. Iedereen helpt mee om het graf van moeder schoon te maken, idem dat van vader, in Magelang. Voor vaders graf is broer Ko Go Sing verantwoordelijk; de kosten van onderhoud worden bestreden uit de verhuur van het huis dat vader vroeger in Magelang gekocht had.


Copyright © 2024 Willem van der Molen