Einde van de vakantie

Ook dag 2 en 3 worden moeiteloos gevuld met wandelen, een duik, jagen, hardlopende krabbetjes achternazitten, eten. Ko Ho Sing leest zijn Selomprèt Melajoe (een Maleise krant uit Semarang) maar is best te porren voor een wandeling. Er arriveren twee nieuwe gasten met de sjees uit Djokja. Ko Ho Sing vindt het niet leuk dat Ngadimin op een hond schiet.

Het optreden van Tandjoeng en haar groep, ’s avonds, trekt veel volk. Een glazen gamelan, heb je nou ooit! Er wordt gedanst en gezongen (populair en serieus). Maar de fooien blijven karig.

’s Nachts ligt Lie Kim Djoe wakker; hij heeft zo veel aan zijn hoofd. Op dag 3 trekt hij er alleen op uit om te jagen. Geen vogel laat zich zien. Hij klimt naar de top van de Gambirawati: geen vogels. Wel een helder stroompje, met veel vissen. Hij gaat even zitten, steekt een sigaret op, en doet een dutje. Als hij weer wakker wordt, trekt hij zijn kleren uit – er is toch niemand – en stapt in het water; heerlijk. Om 12 uur is hij weer terug, op tijd voor het middageten.

Dan is er opeens een aardbeving. Iedereen schrikt. Gelukkig duurt het maar even. ’s Middags wil echtgenote 1 naar het mausoleum van de heilige Sèh Maoelono, op een heuveltop vlakbij. Een muurtje nodigt uit tot zitten en over de zee kijken. Er is melkchocola en pure chocola voor wie wil.

Op dag 4 is de vakantie over. Tandjoeng en de muzikanten gaan ’s ochtends al terug. De anderen vertrekken na de middag over het strand naar Grogol, waar de ossenkarren klaar staan. De sjouwers krijgen een fooi (persèn), de bewakers worden betaald, dan zetten de ossen zich in beweging.

Maar Njai Loro Kidoel, de koningin van de Zuidzee, laat je niet zomaar gaan. Ze stuurt een lampor, een boze geest, op het gezelschap af. Die blokkeert de zaak in Djamprit, tot de dorpelingen de lampor met veel kabaal weten te verjagen.

Lie Kim Djoe gaat lopend verder. Vanaf Patalan vergezelt Ngadimin hem. Onderweg zingen ze liedjes over Djoko Tienkir, een legendarische figuur uit deze streken die het na veel avonturen tot sultan gebracht heeft. In Seroet is een danspartij aan de gang. De heren jagen de danseres de stuipen op het lijf; vervolgens doen ze mee.

Ko Ho Sing is om middernacht thuis. Zijn kont is van hout.


Copyright © 2024 Willem van der Molen