Vertrek uit China

Ko Go Hé Té’s eerste reisdoel is de kust. Daar wil hij een schip vinden om verder te reizen. Moeder had hem twintig Spaanse matten meegegeven, twintig rijksdaalders. (‘Spaanse matten’ is een term uit de VOC-tijd die in de negentiende eeuw nog wel gebezigd werd.) Van dit traject krijgen we verder geen details. De jonge reiziger reist helemaal alleen, zo lezen we in de tekst. Wat een avontuur.

Hé Té richt zijn schreden naar een dorp waar allemaal schippers wonen. Welk dorp, wordt niet verteld. Ook over waar de schippers van bestaan – vissen, handel, vrachtvervoer? – blijven we in het ongewisse. Er lijkt sprake van een coöperatie met een aandeel in de winst voor de deelnemers; de baas wordt aangeduid als tjoen tjoe.

Wie mee wil varen, moet langs de tjoen tjoe. Eerst wil die weten wat voor vlees hij in kuip heeft: wie is deze jongeman, waar komt hij vandaan? Het antwoord van Go Hé Té verschaft ons weer wat meer informatie over zijn achtergrond. Hij vertelt namelijk hoe zijn dorp heet (Pengi), en wie daar burgemeester is (een zekere Ho Hé Ting). Dat zijn dorp nu een naam heeft, wil niet zeggen dat we het ook op de kaart kunnen vinden. De Javaanse transcriptie van de Chinese naam helpt niet om het te determineren.

Als reisbestemming geeft Go Hé Té ‘Selat’ op. Dat woord ken ik van namen van zeeëngten. Het betekent ‘Straat’: Selat Bali (‘Straat van Bali’, tussen Java en Bali), Selat Madura (‘Straat van Madoera’, tussen Java en Madoera), Selat Lombok (‘Straat van Lombok’, tussen Bali en Lombok), enzovoort; de Indonesische archipel zit er vol mee. Selat is geen Javaans maar een Maleis woord.

De Straat bij uitstek, nu en voorheen, is Selat Malaka (‘Straat van Malakka’), tussen Sumatra en het Schiereiland van Malakka, met Malaka en Singapore als belangrijkste plaatsen. In de dagen van Go Hé Té stelde Singapore nog niets voor en had je alleen Malakka. Was de Straat van Malakka zo bekend dat je kon volstaan met ‘de Straat’ als je de Straat van Malakka bedoelde? Hoe dan ook, Go Hé Té zegt ‘de Straat’, en de tjoen tjoe begrijpt waar hij heen wil.

De prijs die Go Hé Té voor de overtocht betalen moet, bedraagt twintig rijksdaalders – al het geld dat zijn moeder hem meegegeven had. Hij gaat akkoord, mits er meteen de volgende dag gevaren wordt.


Copyright © 2025 Willem van der Molen