Van China naar Java

Ko Go Hé Té’s reis over zee naar Java verloopt in twee etappes, van China naar Selat (de Straat van Malakka?), en van daar naar Semarang op Java.

Voordat het schip dat hem naar Selat brengen zal vertrekt, wordt er proviand aan boord gebracht (waaronder eenden en kippen); dan kiest het schip zee. Of er nog meer passagiers mee varen, hoe lang de reis duurt en of er onderweg andere havens aangedaan worden, vertelt het verhaal niet; evenmin waarheen precies gevaren wordt – de tekst heeft het steeds over Selat, ‘Straat’; de naam Malakka valt niet.

In Selat zitten vrienden van Ko Go Hé Té. Zijn dat mensen die hij kent, zijn het landgenoten die bereid zijn nieuwkomers te helpen? Een belangrijk onderwerp van gesprek, nu en in vergelijkbare situaties later, is de toestand in China. Ko Go Hé Té moet werken om de volgende etappe te kunnen betalen; de twintig rijksdaalders van zijn moeder waren opgegaan aan het eerste stuk van de reis. Na twee maanden heeft hij genoeg verdiend.

Het vervolg van de reis pakt nog duurder uit dan het begin. Deze schipper vraagt maar liefst vijf-en-twintig rijksdaalders. Profiteert hij van de situatie – een reiziger die koste wat kost naar Semarang moet? Het traject van de Straat van Malakka naar Semarang is korter dan het traject China - Straat van Malakka (als we het inderdaad over de Straat van Malakka hebben). Het kan ook zijn dat zijn passagier langer aan boord is en dus langer te eten krijgen moet. De reis zal namelijk vier maanden in beslag nemen, twee keer zo lang als het eerste traject (omdat er allerlei havens aangedaan zullen worden?). Zo beschouwd is Ko Go Hé Té juist goedkoop uit. Evenmin als de eerste keer maakt Ko Go Hé Té bezwaar; hij betaalt het gevraagde bedrag.


Copyright © 2025 Willem van der Molen