Naar Yogyakarta

De mensen in Semarang willen graag weten hoe het in China is, in Ko Go Hé Té’s dorp en in de dorpen in de buurt. Dorpen in de buurt, hoezo? Komen de vragenstellers daar soms vandaan? Hij kan ze geruststellen: het gaat goed met iedereen, de landbouw gedijt.

Na een maand wil Ko Go Hé Té verder. Op een ochtend neemt hij afscheid en vertrekt richting Yogyakarta, lopend (want een andere mogelijkheid was er niet), parasolletje over de schouder. Het is drie dagen lopen van Semarang naar Yogya. De eerste nacht slaapt hij onder de blote hemel. De tweede dag bereikt hij Magelang; daar woont familie bij wie hij kan logeren (de tekst verstrekt geen nadere details).

In Yogya wordt hij naar het zuidelijke deel van de Chinese wijk verwezen; daar woont het familielid naar wie hij op zoek is. Ko Si Yu is ouder dan Ko Go Hé Té. Maar hoe zijn ze verwant: zijn het broers, of zijn het neven, en in welke graad dan? Je kunt dat in het Javaans precies aangeven, maar je kunt het ook in het midden laten. Onze tekst laat het in het midden. Ko Si Yu is natuurlijk verrast en ontroerd als Ko Go Hé Té op de stoep staat; ze hebben elkaar lang niet gezien. Hij moet huilen. Er komen thee en koekjes op tafel, later op de avond een maaltijd. De vragen branden Ko Si Yu op de tong. Maar hij houdt zich in: Go Hé Té moet eerst maar naar bed om uit te rusten van de reis.

Ko Go Hé Té moet wel wennen aan de luxe waarin Ko Si Yu leeft. Het begon al met de stoelen waar ze op zaten. Nu blijkt hij een eigen slaapkamer te hebben, en hij slaapt in een ledikant, alleen, en – helemaal vreemd – hij moet naar boven. Het huis heeft een verdieping! Hij kan de hele nacht niet slapen.


Copyright © 2025 Willem van der Molen