Het is inmiddels 1841. Met Simah, de weggestuurde maîtresse, gaat het niet goed. Een tijdlang zwerft ze rond, in het kielzog van Amatsoerja. Tot er een kindje komt; dan verlaat hij haar. Wat nu? In arren moede besluit ze terug te keren naar Ko Go Hé Té.
Deze is te beduusd om iets te zeggen als hij Simah door de deur ziet stappen, met een kind op haar arm. Alles wat ze hem aangedaan heeft, komt boven. Maar de oude liefde laait weer op. Vergeten is de ontrouw; hij ziet alleen haar mooie kant. Ho Sing ziet de verandering in zijn vader zich voltrekken waar hij bij staat. Het lijkt wel alsof iemand hem betoverd heeft. Hij wil hem tegenhouden maar is verstijfd van angst.
Oei Wat Njo – door de schrijver opeens aangeduid met de vererende titel patmi, ‘officiële vrouw’ – is in alle staten als ze hoort dat Simah weer bij haar man ingetrokken is. Ziedend gaat ze er op af. In Sirahan laat ze Simah alle hoeken van de kamer zien; ze komt pas tot bedaren doordat Ho Sing met zijn volle gewicht aan zijn moeder gaat hangen. Simah ziet haar kans schoon; ze zet het op een lopen en verdwijnt, voorgoed. De baby ligt er nog, vergeten in het tumult. Even later ligt het kindje er niet meer. Niemand weet waar het gebleven is.
Wat Njo richt zich tot haar man. Er komen dingen aan het licht die wij nog niet wisten:
Wat wil je nou eigenlijk?
Je hebt er nooit echt een punt achter gezet, wel?
Ik heb indertijd
in Rabéanak
een mooie vrouw naar je toegestuurd,
Kwik Ting San,
maar dat heb je genegeerd.
|
Als je met haar getrouwd was,
en je had je best gedaan haar op gelijk niveau met mij te behandelen,
dan had ik een volwaardige partner gehad,
en jij een verantwoord opvoedster van je kinderen.
Maar je knoeit liever stiekem om met dat mens dat mij net ontkomen is,
iemand waar weinig bij zit; dat zie je toch!
Ik schaam me dood.
|
Nog een rivaal? Door Wat Njo zelf op haar man afgestuurd? Haar inlevingsvermogen grenst aan het onvoorstelbare.
Ko Go Hé Té zwijgt. Dan neemt Ho Sing het woord. Hij constateert dat er nu eenmaal niemand is om voor vader te zorgen. Waarom gaan ze niet met het hele gezin in Sirahan wonen? Dat vindt moeder een goed idee.