Op eigen benen
- Blog
Nu de rouwperiode voorbij is, moet er weer gewerkt worden. Ko Ho Sing wil net als zijn vader de dorpen langs om tabak op te kopen. Zijn oog valt op Dolon. (Er ligt een gehucht van die naam ten noordwesten van Magelang.)
Dit komt Beh Tjing ter ore, de opiumhandelaar die genoegen had genomen met de gedeeltelijke inlossing van vaders schuld en de rest kwijtgescholden had. Hij reist Ho Sing achterna en zegt dat hij tabak wil afnemen, vijf pikoel.
Een pikoel is volgens mijn woordenboek een schoudervracht, losjes gedefinieerd als ‘zoveel als aan een draagstok vóór en achter, of aan beide einden aan een juk, over den schouder door één man, of door meer personen aan een draagboom op de schouders tusschen hen in, gewoonlijk gedragen wordt; in den handel ook voor een gewicht van honderd katties’.
Nu wordt het ingewikkeld: één kattie staat voor een Chinees pond, op zich weer gelijk aan 11/4 Amsterdams pond – we raken verzeild in locale maten en gewichten. Bovendien varieert dit pond naar gelang van wat er gewogen wordt. Een Amsterdams pond ijzer bijvoorbeeld is zwaarder dan een Amsterdams pond gras, geloof het of niet. Waaronder valt tabak? Van handel moet je verstand hebben; dat is duidelijk.
Ho Sing is best wel trots op zijn eerste succes; tegelijk is hij eigenlijk bang van de doorgewinterde koopman. Hij heeft geen idee hoeveel hij vragen kan. Beh Tjing krijgt de tabak mee voor minder dan de echte waarde.
Ook moeder in Magelang waagt zich in zaken waar ze geen verstand van heeft. Haar man had tabak opzij gezet om een reis naar China te bekostigen, naar de familie. Die reis was er niet van gekomen, dus dat spul kan nu wel weg. De tabak vliegt de deur uit, geen wonder want de prijs is een lachertje. Ho Sing durft er niets van te zeggen.
Nieuwe vrienden introduceren Ho Sing in de wereld van het kaarten om geld. Bij dit spel (keplèk) legt de gastheer steeds in; die inleg (bratoe) zal hij dubbel en dwars terugkrijgen. Ho Sing mag gastheer zijn. Alleen werkt het niet zoals hem voorgespiegeld is. Hij legt wel in maar krijgt niets terug, omdat de anderen geen contant geld op zak hebben. Ho Sing houdt er een ongemakkelijk gevoel aan over.